Johannus

Het Gezicht van Johannus, afl. 5: Jelmer is een wandelende encyclopedie voor klanten en dealers 'all over the world'

man in t shirt met sikje en bril aan de telefoon die iets opschrijft, zittend voor een computer

Het kan een net geleverde Monarke in Amerika zijn die blikseminslag heeft gehad. Het kan ook een dertig jaar oude Johannus verderop in de straat zijn waarvan, na al die jaren trouwe dienst, een pedaal het begeven heeft. Aftersales Engineer Jelmer Slotegraaf van de Global Organ Group hangt met een overzeese dealer op (‘Good evening, byebye!’) en neemt in het Nederlands een gesprek met een particuliere klant aan (‘Goedemorgen, zegt u het maar!’).

Onlangs had Jelmer nog een klant aan de telefoon met een analoge tweeklaviers Opus 6N, 42 jaar oud, van hetzelfde bouwjaar als Jelmer zelf. Ze vroegen om een handleiding. En ja hoor, die had hij. “Van alle orgels ooit gemaakt hebben we de documentatie, inclusief de schema’s waarin de complete elektronische opbouw staat beschreven.”

Voor dealers all over the world, particulieren én collega’s is Jelmer de vraagbaak bij uitstek, vrij rondlopend en meertalig bovendien. In 1998 kwam hij, na zijn opleiding computerinterfacetechniek, als productiemedewerker bij Johannus werken. Dat betekende: orgels bouwen. Kleine orgels, grote orgels. Met complete draadbomen en alles. Daarna ging hij als softwareontwikkelaar aan de slag. Het corpus van de orgels kende hij inmiddels; nu leerde hij hun hersens lezen en besturen. Toen er in 2008 een plekje vrij kwam op de aftersalesafdeling, ging er bij Jelmer geen belletje rinkelen. “Oh nee. Ik stond ’s ochtends nog te beweren dat het helemaal niks voor mij was. Maar ’s middags zat ik er.”

Alle details van alle orgels ooit gemaakt

Vanuit zijn functie ondersteunt hij sindsdien klanten en dealers wereldwijd bij alle voorkomende vragen, met betrekking tot alle technische details, van alle orgels ooit door een van de merken van de Global Organ Group geproduceerd. Het leeuwendeel van de gesprekken gaat in het Engels, soms zitten er een paar zinnen Duits bij, en binnen de landsgrenzen kan hij natuurlijk gewoon de moedertaal spreken.

“Vanmorgen had ik iemand uit Singapore, via Skype, daarna een dealer uit Australië. Met die laatste heb ik geregeld contact. Dat is heel leuk, je bouwt een soort band op. In totaal zijn er wereldwijd een stuk of honderd dealers, waarvan veertig in Europa en veertig in Amerika. De rest zit verspreid over de andere continenten. De meesten spreek ik ten minste een keer per jaar. Het kan over van alles gaan. Iemand heeft een technische vraag, men wil een digitale handleiding, er is een mankement of er moet een onderdeel worden opgestuurd.”

Wat Jelmer de afgelopen twintig jaar is opgevallen: Johannus-orgels kunnen alles verdragen, behalve een blikseminslag. “De levensduur is echt heel lang. En dat wordt alleen maar beter; zaten er vroeger wel drie of vier printplaten in een orgel, tegenwoordig is het allemaal geconcentreerd op één printplaat. Dat maakt de orgels een stuk minder storingsgevoelig, want de verbindingen tussen die plaatjes maakten het spannend.”

Bliksem slaat nooit twee keer in op dezelfde plaats

Jelmer maakte in zijn werkzame leven nog niet mee dat een orgel echt total loss was. Het meest uitzonderlijke geval dat hij meemaakte was een orgel waarvan de elektronica tot tweemaal toe volledig opnieuw opgebouwd moest worden. Het was bij een orgel dat in een toren van een kerk in Amerika hing. De bliksem sloeg in de toren, in de bliksemafleider weliswaar, maar die liep via de muur waarvan het orgel aan de andere kant hing. “Zo’n inslag zorgt voor een groot magnetisch veld, en daar kon het orgel niet tegen. Een jaar nadat we de elektronica van het orgel volledig vernieuwd hadden, sloeg de bliksem daar weer in. Toen hebben we de elektronica nogmaals vernieuwd en het orgel verplaatst. Een goede keuze, bleek achteraf, want niet veel later sloeg de bliksem voor de derde keer in dezelfde toren!”

Eigenlijk komt Jelmer er altijd wel uit met zijn klanten en dealers. “Als er iets vervangen of gerepareerd moet worden, probeer ik in te schatten hoe handig de klant zelf is. Heeft hij bijvoorbeeld al eerder zelf aan het orgel gesleuteld? Dan kan ik hem het gevraagde onderdeel met een gerust hart opsturen. Eventueel kan ik hem met videobellen hulp op afstand bieden. Voor een privéklant in Brazilië maakte ik een tijdje geleden zelf een paar do it yourself-filmpjes. Dat doe ik overigens vaker voor klanten. Is iemand helemaal niet technisch, en is er geen dealer of technicus in de buurt, dan gaan we skypend draadje voor draadje langs. Zo komen we er ook.”

Een handgeschreven bedankje uit Engeland

De leeftijd van het orgel maakt voor Jelmer niet zoveel uit. Orgels vanaf 1990 kan hij actief repareren. Ooit maakte hij voor Johannus eigenhandig een testkast, waarmee alle onderdelen los van elkaar getest kunnen worden. Grote problemen of kleine problemen: voor Jelmer al net zomin een kwestie, hij helpt iedereen. “Ik kreeg ooit een handgeschreven briefje van een klant uit Engeland. Er was iets met zijn orgel, dat toen al een jaar of dertig oud was. Ik ontdekte wat het was. Er moest een heel klein onderdeeltje vervangen worden. Het was een dingetje van nog geen dertig cent. Ik stuurde het op en kreeg toen dat bedankbriefje waarop hij iets schreef als ‘far above and beyond’ wat je aan service zou verwachten, enzovoort. Dat was heel leuk natuurlijk. Ik heb het briefje ingelijst.”

Kunstmatige intelligentie

Gaat de technologie de komende jaren de orgels van Johannus nog intensief beïnvloeden? Moeilijk te voorspellen natuurlijk, zegt Jelmer. Hij denkt dat kunstmatige intelligentie een rol gaat spelen. “Wat ik me kan voorstellen, is dat we op basis van oude geluidsopnamen van inmiddels niet meer bestaande orgels, de oorspronkelijke klanken kunnen reproduceren. Stel dat je van een bepaald orgel heel veel opnamen hebt, dan kun je dat allemaal in een systeem stoppen en vervolgens met behulp van machine learning het authentieke geluid weer oproepen. Zo’n opname zouden we vervolgens kunnen verwerken tot een sampleset voor de Johannus LiVE.”

En verder? Robots op de productieafdeling verwacht hij niet binnen afzienbare tijd. “Daar zijn onze orgels veel te divers voor. Het wordt een kostbare aangelegenheid om die robots voortdurend te herprogrammeren.” Stembediening voor de registratie? “Zie ik ook niet gebeuren. Dat registreren is een tactiele ervaring hè, het is onderdeel van de muzikale performance, om zo’n register in een verre hoek erbij te trekken.”

 

Lees ook:

Het Gezicht van Johannus, afl. 1: Dirk zag Johannus uitgroeien tot wereldwijd marktleider

Het Gezicht van Johannus, afl. 2: Als Gerald de onderdelen bij Johannus heeft afgeleverd, is Dirk-Jan de eerste die gaat sleutelen

Het Gezicht van Johannus, afl. 3: Cornelis onderwerpt de orgels aan een minutieuze laatste inspectie

Het Gezicht van Johannus, afl. 4: Martin is wars van verkooppraatjes, hij spreekt met klanten de universele taal van muziek