De klanken van Johannus-orgels zijn over de hele wereld te horen. Van Amerika tot Australië en van Zweden tot Zuid-Afrika. Al die vele duizenden orgels zijn bedacht, ontwikkeld en gebouwd in het hart van Nederland. Middels een serie interviews laten wij u kennismaken met de mensen achter deze prachtige orgels. De mensen die, samen met hun collega’s, Johannus vormen. Graag stellen wij u voor aan: logistiek medewerker Gerald van Schoonhoven en technicus Dirk-Jan Costerus.
Zodra logistiek medewerker Gerald van Schoonhoven de vers gefabriceerde orgelmeubels met de grootste zorgvuldigheid in Ede heeft afgeleverd, gaat technicus en Johannusfan van het eerste uur Dirk-Jan Costerus voortvarend met het binnenwerk aan de slag. “Ik houd van dingen ontwikkelen, creëren, produceren. Dat ik dat nu kan combineren met mijn liefde voor digitale orgels is fantastisch.”
Met zijn fonkelnieuwe Scania rijdt Gerald stad en land af. Eerst even over die vrachtwagen. Daar staat sinds een tijdje de naam van het moederbedrijf van Johannus op: Global Organ Group (GOG). Gerald krijgt er weleens vragen over, bijvoorbeeld als hij ergens staat te tanken. ‘Huh’, vragen mensen dan, ‘vervoeren jullie organen?’ “Ik vind dat wel grappig. Er staan wel orgelpijpen op de vrachtauto, maar ik denk dat veel mensen vandaag geen idee meer hebben hoe die dingen eruit zien. En dat blijkt wel uit de vragen, haha.”
Geen organen in zijn auto dus, maar orgelmeubels. Vaste ritjes rijdt hij, door de hele BeNeLux. “Ik kom vaak bij ambachtelijke meubelmakers die nog echt met hamer en beitel werken. Custom-made orgels worden door hen gemaakt, helemaal naar de wensen van de klant.”
Orgeltransport is precisiewerk
Achter in z’n wagen ligt een stapel van wel 50 dekens. Het transport van de orgels vergt uiterste behoedzaamheid. “Die dekens liggen links achterin, met militaire precisie opgevouwen. Ik wil graag representatief bij klanten overkomen. En het is ook gewoon liefde voor m’n werk. Die dekens gebruik ik om de orgelmeubels af te dekken. Je moet weten dat ze allemaal los in de laadbak staan; het is geen pallettransport. Ik zorg dat het allemaal zo komt te staan dat het niet gaat schuiven. En vervolgens komt het natuurlijk aan op een heel beheerste, anticiperende rijstijl. De kleinste drempels neem ik met de grootste voorzichtigheid. Ik wil niet dat de orgelmeubels door mijn toedoen beschadigd aankomen.”
Aangekomen in Ede controleert hij alle goederen. Zijn de meubels in perfecte staat, zit alles erin, kloppen de kleuren, dat soort dingen. “Het komt wel voor dat meubels krassen of deuken hebben. Kleine oneffenheden kunnen we zelf herstellen, maar bij grotere schades keuren we de meubels af. Het moet natuurlijk wel honderd procent goed zijn.”
Meer dan ritten rijden
Gerald doet voor de Global Organ Group meer dan ritten rijden, zegt hij. “Tijdens een vakantie naar Polen ben ik eens met mijn vrouw langs geweest bij een meubelmaker ter plaatse. Het was een nieuwe leverancier voor Johannus en ik wilde graag aanwezig zijn om hen te assisteren bij het laden. Om er zeker van te zijn dat de orgels onbeschadigd in Ede aan zouden komen. Mijn vrouw is overigens wel vaker betrokken bij werkzaamheden voor Johannus. Zo haalt of brengt ze soms kleinere onderdelen, gewoon met een personenauto.”
Een andere – officiële – taak die op het bordje van Gerald ligt, is ervoor zorgen dat er zo economisch mogelijk gereden kan worden. “Samen met de productieassistente maak ik de ritplanning. Ik heb voorheen een eigen transportbedrijf gehad, dus ik weet wel waar de winst te behalen valt. Daarnaast rijden we sinds kort met een nieuwe vrachtauto. Die is een stuk milieuvriendelijker dan de vorige. Doordat die een veel grotere laadruimte heeft, kunnen we bovendien per twee weken een rit besparen.”
Steeds meer aanpassingen
Zodra Gerald in Ede alle onderdelen aan een grondige inspectie heeft onderworpen, is het de beurt aan Dirk-Jan Costerus. “Ik krijg de lege orgelmeubels; aan mij de taak om alles te gaan bedraden. Ik monteer de speakers, de klavieren, de registerbak, de setzerlatten, de registers, de unitplank, de zwelpedalen, de verlichting en de schakelaars, en ik verbind de elektronica. Voor de definitieve afstelling en het finetunen gaat het orgel naar een volgende tussenstop.”
Gemiddeld is Dirk-Jan een kleine dag met een huiskamerorgel bezig. Maar grotere orgels nemen soms tot wel vijf dagen in beslag. “Alleen al met al die e-paperschermpjes op de LiVE III ben je uren bezig. Daar komt bij: op de grotere orgels willen mensen vaak bepaalde aanpassingen. Een extra register, een stemwijziging, een extra geluidspakket, noem maar op. Daar gaat ook veel tijd in zitten. De aangepaste orgels zijn wel heel leuk om te maken.”
Als ik later groot ben
Dat Dirk-Jan bij Johannus werkt, tegenwoordig onderdeel van de Global Organ Group, is een uitgekomen jongensdroom. “Op mijn basisschool hielden we een plakboek bij. Op één van de pagina’s, ik zat toen in groep 6, schreef ik: ‘Als ik later groot ben, wil ik bij Johannus werken.’ Ik heb altijd veel aantrekkingskracht gevoeld tot het bedrijf. Ik wist niet beter of er stond een Johannus bij ons thuis. Dat orgel hadden we van mijn opa en oma gekregen. Later kochten we zelf een Johannus, en die is weer met een zus meegegaan toen ze het huis uit ging. Een tijdje geleden heb ik zelf een Johannus gekocht, een LiVE. Die heb ik hier helemaal zelf gebouwd, dat was ontzettend leuk om te doen.”
Van jongs af aan was Dirk-Jan bij de open dagen van Johannus aanwezig. De wens om bij het bedrijf te werken, werd daarmee alleen maar groter. Een aantal jaar nadat hij zijn opleiding elektrotechniek had afgerond, deed hij in 2019 een open sollicitatie. “En weet je wat leuk is? Ik ben aangenomen op mijn verjaardag, toen ik 22 werd. Ja, dat was het beste cadeau dat ik ooit gehad heb, denk ik. Ik houd van dingen ontwikkelen, creëren, produceren. Dat ik dat nu kan combineren met mijn liefde voor orgels is fantastisch.”
Lees ook:Het Gezicht van Johannus, afl. 1: Dirk zag Johannus uitgroeien tot wereldwijd marktleider