Johannus

Het Gezicht van Johannus, afl. 1: Dirk zag Johannus uitgroeien tot wereldwijd marktleider

Dirk Koudijs die voor een groot orgel van Johannus zit

De klanken van Johannus-orgels zijn over de hele wereld te horen. Van Amerika tot Australië en van Zweden tot Zuid-Afrika. Al die vele duizenden orgels zijn bedacht, ontwikkeld en gebouwd in het hart van Nederland. Middels een serie interviews laten wij u kennismaken met de mensen achter deze prachtige orgels. De mensen die, samen met hun collega’s, Johannus vormen. Graag stellen wij u voor aan: Dirk Koudijs.

Op een haar na is hij even lang in dienst als Johannus oud is. Maar vandaag, op 2 juli 2021, gaat Dirk Koudijs na 49 orgeljaren met pensioen. “We hebben de eeuwenoude Europese orgeltraditie over de hele wereld helpen verspreiden. Daar ben ik best een beetje trots op.”

Officieel was het 1968, dat het fundament van Johannus op de Prins Willem Hendrikstraat in Ede werd gelegd. Het heette toen nog geen Johannus, dat kwam allemaal pas veel later. In 1972 stapte Dirk Koudijs in. Het waren karige tijden, herinnert hij zich. “De toenmalige eigenaar wilde kerkorgels bouwen, maar daar was in die jaren nog geen markt voor. Kerken hadden pijporgels en daar konden elektronische orgels nooit tegenop. Dat was een beetje de stemming.”

Man in wit overhemd met jas en wit haar zit op een orgel van Johannus met vier lagen toetsen en veel registers met bloemen op het orgelJohannus kwam daarop met een eenvoudig studie- en een iets uitgebreider huiskamerorgel. Dirk: “Het waren de Opus 10 en de Opus 20. Dat waren nog niet de bestsellers waarop gehoopt werd. Maar die kwam daarna: een tweeklaviers Opus 6 met vol pedaal, in twee uitvoeringen. Het was een klapper van jewelste. Op de Frankfurter Messe in Duitsland verkochten we er honderden per dag. Ze kostten toch algauw zo’n zesduizend gulden per stuk, dus je kunt wel nagaan wat dat voor Johannus betekende.”

Dirk werkte in die jaren als eindtester. “Ik draaide twaalf, dertien orgels per dag. En dat was hard werken; alles werd nog met de hand in elkaar gezet. Eerst een stalen raamwerk, daarop de printplaten en vervolgens tientallen draadjes die allemaal met een toets verbonden moesten worden.”

Een nog groter succesnummer

Het semi-digitale TMS-orgel met vijf chips volgde, de Opus 220 kwam uit en werd een nog groter succesnummer dan de Opus 6 en ondertussen ging het met de kerkorgels ook crescendo. Fast forward door de geschiedenis belandde Johannus in 2000 in een gloednieuw en karakteristiek pand in Ede, waar het nog altijd is gehuisvest. Ondertussen was Dirk drie jaar zelf eigenaar geweest, waarna hij het bedrijf overdroeg aan Gert van de Weerd. Die bleef jarenlang directeur, totdat zijn zoons Marco en René het stokje overnamen. Er waren goede jaren, minder goede jaren, maar over de hele linie kreeg Johannus wereldwijd steeds meer voet aan de grond, totdat het zich een van de marktleiders mocht gaan noemen. “Als je ziet dat de concurrenten de dingen die jij maakt gaan kopiëren, dan weet je dat je goed zit.”

 

Voor iedereen een betaalbaar huiskamerorgel

Dirk denkt dat Johannus heeft kunnen uitgroeien tot zijn huidige proporties, doordat het altijd een eenvoudige maar duidelijke missie heeft gehad. “De grondlegger, meneer Johannes Versteegt, wilde dat in elke kerk gezongen werd en dat mensen thuis een betaalbaar volpedaal-orgel hadden staan. Daar hebben we al die jaren gestaag aan gewerkt.”

 

Drijvend orgel in de haven van Liverpool

Daarmee zag Dirk ook de internationale markt opbloeien. Hij reisde de hele wereld over om Johannusorgels te intoneren. Door Noorse fjorden, het uitgestrekte Rusland, Amerika, Argentinië, Mexico, China, Portugal, Ghana – waar was hij niet? “Een hele leuke herinnering dateert van ergens eind jaren negentig, toen in Liverpool het Albert Dock, een zeventiende-eeuws havencomplex, was omgebouwd tot winkelcentrum. Voor de opening werd ons via een lokale importeur gevraagd een bijzondere surprise act te doen. Daar hadden we iets op bedacht. Jaren eerder hadden we voor muziekprogramma ‘U zij de glorie’ van de NCRV een groot drieklaviers orgel gebouwd. Zonder versterking kon dat orgel grote groepen samenzang begeleiden. Dat orgel hebben we, inclusief tachtig boxen, in de vrachtwagen naar Liverpool meegenomen. In de haven lag een gigantische bark, waar het orgel op geïnstalleerd werd. De speakers stonden voor het stuurhuis en in het ruim was een aggregaat geplaatst. Terwijl het zeilschip in de haven rondvoer en de BBC zijn camera’s op de bark richtte, bespeelde een vrouwelijke organist op hoge glinsterhakken het Johannus-orgel. Ze speelde geestelijke liederen, maar ook liedjes van The Beatles. Dat was fantastisch.”

 

Engelen kunnen alles

Op die jaren van expansie terugkijkend: “Dat vind ik wel indrukwekkend. We hebben in Europa een lange en rijke geschiedenis met het orgel. Op een zijpaneel van het schilderij Het lam Gods van Van Eyck staat al een orgel afgebeeld, met chromatische pijpjes. Er staan zingende engelen bij en het schilderij heet dan ook De Zingende Engelen. Eigenlijk kun je bij dit orgel niet zingen, maar engelen kunnen natuurlijk alles. Waar het om gaat: het schilderij dateert van ergens begin 15e eeuw. En de geschiedenis van het orgel gaat zelfs nog veel verder terug. Vanaf de reformatie, ook ergens in die periode, heeft het orgel op zondag overigens ruim anderhalve eeuw stilgestaan. Orgelmuziek was katholiek en alles wat katholiek was mocht niet meer. We mogen van geluk spreken dat de meeste orgels toen nog in de kerktoren hingen. Kerktorens waren het eigendom van de lokale overheid, niet van de kerk. Om die reden zijn de meeste orgels ongeschonden uit de Beeldenstorm gekomen. In de Gouden Eeuw groeide het aantal kerkorgels vervolgens spectaculair, in Noord-Nederland en Duitsland onder leiding van bekende bouwers als Schnitger en Silbermann. Dat wij er in onze tijd mede aan hebben bijgedragen dat de eeuwenoude Europese traditie van orgelmuziek nu over de hele wereld klinkt, daar ben ik best een beetje trots op. Dankzij onze orgels beleven ook mensen in Afrikaanse en Aziatische landen muzikale emoties bij die traditie. Dat is toch prachtig?”

 

De volgende generatie is aan zet

Nu Dirk het bedrijf na bijna vijftig jaar verlaat, wordt de traditie gewoon voortgezet, zegt hij er zelf nuchter over. “Ik heb er altijd voor gezorgd dat anderen wisten waar ik mee bezig was. Doordat ik die kennis en ervaring continu heb gedeeld, kan ik nu prima gemist worden. Bertus Lap en Vincent van Os hebben jarenlang met mij meegewerkt, zij hebben de intonatie en calculatie inmiddels volledig overgenomen. Ik sta mijn plek vol vertrouwen af aan de volgende generatie.”

Namens het team van Johannus willen wij Dirk ontzettend bedanken voor alles wat hij voor Johannus, maar ook voor zijn (oud-)collega’s, betekend heeft. Dirk: een heel fijn pensioen toegewenst. Geniet ervan!