Bladmuziek
Muzikale handreiking - Maart 2025
Downloads
“Leer mij, o Heer’, Uw lijden recht betrachten”
Edwin Vooijs (Geb. 1970)
De muziek van de maand maart komt van een zeer goede collega. Spontaan reageerde hij op mijn verzoek om een bewerking te maken voor de Lijdenstijd.
We laten Edwin zelf aan het woord:
"De veertigdagentijd is een periode van bezinning, inkeer en reflectie. Vanuit het donker op weg naar het licht. Vanuit rust naar levendigheid, vanuit de dood naar de opstanding.
In dit orgelwerk reflecteer ik op muzikale wijze op de tekst van coupletten 1 en 7 van Gezang 177 uit het Liedboek voor de Kerken (1973).
Couplet 1
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar moest lijden.
Couplet 7
Laat mij, o Heer, uw wond’re wijsheid prijzen,
dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen,
laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen
als sterkte roemen.
De opening van het stuk staat symbool voor eenvoud, inkeer en verstilling. Na deze inleiding wordt de tekst van het eerste couplet muzikaal weerspiegeld. Per regel wordt het karakter van de tekst uitgebeeld in harmonie, ritme en tempo. In de ritmische beweging zit steeds, vanuit de rust, een element van versnelling, om uiteindelijk weer terug te keren naar de verstilling uit de inleiding van het stuk.
Om te kunnen reflecteren is bewust gekozen voor een enigszins fragmentarische benadering, maar daarbij is wel rekening gehouden met het gekozen idioom. Voor de duidelijkheid is de liedtekst in de partituur opgenomen.
In de eerste regel heb ik geprobeerd een rustige sfeer te creëren die ruimte biedt om het lijden te kunnen ‘betrachten’ (in acht nemen, volgen). In de tweede regel is de melodie naar de bas verplaatst, met daarboven repeterende en soms wrange akkoorden in een stijgende lijn. Dit staat symbool voor de ‘verzinkende gedachten’.
De derde regel draait om ‘liefde en bevrijden’. De achtste noten schuren soms tegen de melodienoten, maar geven ook steeds weer ruimte. Aan het einde van de regel zijn seufzers (zuchtende motieven) toegepast, om uiteindelijk open en bevrijd uit te komen op een majeur akkoord. Hierna keert het motief van het begin terug, waarbij de harmonie wringend wordt om het lijden uit te drukken.
Als verbinding naar het zevende couplet volgt een groot crescendo, vanuit de laagte naar de hoogte. Vanuit de Lijdenstijd naar Pasen! Hierna wordt het zevende couplet groots en majestueus neergezet als ode aan het kruis en de Opgestane Heer! Na dit koraal volgt een korte reprise als afsluiting."
Met vriendelijke groet,
André van Vliet